Sterke Vrouwen Sophie Blussé

s t e r k e v r o u w e n

s t e r k e v r o u w e n

Sophie Blussé

Geboorteplaats?

Rotterdam

Kleur ogen?

Bruin

Sterrenbeeld?

Vissen

Wie?

Ik ben Sophie Blussé, 49 jaar. Ik ben zakelijk leider van Music Meeting Festival in Nijmegen en van Jazz International Rotterdam. Ik woon samen met Ruud en onze twee geweldige zoons van 13 en 15, en met onze witte ‘wolf’ Saar. Een half jaar geleden hebben we de move gemaakt van Rotterdam naar Berg en Dal, vlak onder Nijmegen.

De eerste muziek?

Mijn vroegste herinnering aan muziek is mijn moeder die piano speelde. Als ik boven in mijn bed lag, hoorde ik haar eindeloos studeren en ik leerde op die manier een flinke dosis klassieke muziek kennen. Op mijn 7e ging ik zelf op pianoles en later volgde de viool. Gaandeweg hoorde en speelde ik steeds meer muziek, vooral klassiek. Mozart was favoriet, maar dat was ook omdat ik verliefd was geworden op Tom Hulce, de acteur in ‘Amadeus’.

Via mijn vader kwam de jazzmuziek in mijn leven. Regelmatig werden er jazzplaten uit de kast getrokken en op een flink volume gedraaid. Ook ging hij zelf soms achter de piano zitten en speelde dan zijn vaste boogiewoogie repertoire, enkele jazz standards en onze huis-hit ‘Piet is gek op bebop’. Ook leerde ik van hem dat je tot in je tenen kan genieten van het levenslied, Vader Abraham en vele zeemansliederen, zoals ‘de klok van Arnemuiden’. Toen ik eenmaal op middelbare school zat, had ik alleen nog maar oog en oor voor Elvis Presley, popmuziek en MTV. En de viool maakte plaats voor de saxofoon.

Waarom jazz?

Jazz kwam dus vooral via mijn vader. Ik denk dat Thelonious Monk en Oscar Peterson op een gedeelde eerste plaats stonden – en nog steeds – , maar ook andere jazzhelden en -heldinnen passeerden de revue. Ella, Dizzy, Billie. Het moest wel natuurlijk swingen. Toen ik later, tijdens mijn studie Muziekwetenschap, stage kon lopen bij North Sea Jazz en (toenmalig) Drum Rhythm Festival, greep ik die kans meteen. Ik was overigens nog nooit op deze festivals geweest. Ik luisterde tot dan toe vooral heel veel popmuziek, en speelde in allerlei coverbandjes. Zang, sax, toetsen, gitaar, bas, allemaal net goed genoeg om mee te kunnen spelen en op te kunnen treden. Bij North Sea Jazz ging de jazzwereld eigenlijk pas echt voor me open en dook ik volop in het hele jazzspectrum en alle aanverwante en afgeleide muziekstijlen van dien. Anekdote: op mijn eerste stagedag op de afdeling programmering kreeg ik een fax (!) in handen, van een boze artiest. De programmeurs vroegen mij of ik een voorstel kon schrijven hoe op dit boze bericht te reageren. De fax kwam van niemand minder dan… Oscar Peterson! Ik heb een keurige diplomatieke brief geschreven en aan de programmeurs voorgelegd. Geen idee eigenlijk of ze die toen nog hebben verstuurd. Achteraf denk ik dat het een test was om de stagiaire eens flink te laten zweten! En… te laten kennismaken met hoe de dingen achter de schermen kunnen gaan.

Na mijn afstuderen heb ik kort in de klassieke muziek gewerkt, en toen volgde mijn eerste baan in de jazz: bij Challenge Records. Het waren maar drie jaren, maar wat een intensieve en geweldige tijd heb ik daar gehad. Veel geleerd en nog meer muziek ontdekt. Ik voelde toen al dat ik de jazzsector, waar het avontuur in de muziek nooit stilstaat en er nooit echt sprake is van commercieel geweld, goed bij mij past. Waar ook een klein concert met 50 mensen een magische ervaring kan zijn voor zowel muzikant als publiek. Ondanks dat het zeker en vast mijn missie is om al die muziek juist bij het grotere publiek aan te reiken. Ik leerde de wereld achter de schermen kennen, ik ontmoette artiesten, producenten, geluidstechnici, vormgevers, programmeurs, agenten, journalisten (onder wie mijn grote liefde), en nog veel meer mensen. Allemaal collega’s met dezelfde passie én dezelfde missie. Ik ben me meer en meer thuis gaan voelen in die wereld en dat maakt dat ik sindsdien – op een kleine uitstap naar de danswereld na (Scapino Ballet Rotterdam) – altijd heb gewerkt in jazzsector, op allerlei verschillende plekken. Met hart en ziel.

Inspiratiebronnen?

Inspiratie om de jazzwereld in te duiken kwam aanvankelijk dus bij mijn vader vandaan, maar gaandeweg hebben ook vele musici en collega’s me geïnspireerd – en nog steeds – om mijn werkende leven te wijden aan de jazz en andere avontuurlijke muziek. En soms, als dingen tegenzitten, niet lukken of de motivatie even wegzakt – bijvoorbeeld de afgelopen jaren door corona – dan kan één live concert me weer helemaal op scherp krijgen. En dat gebeurt ook regelmatig thuis: als Ruud zijn dagelijkse ‘playlist’ draait of speelt (gitaar).

Werkplek?

Ik werk regelmatig vanuit het Festivalhuis in Nijmegen. Daar deel ik kantoor met collega festivals Inscience, Go Short en Wintertuin. Een geweldige plek waarmee we ook de ambitie hebben om meer te zijn dan de som der delen. Artistiek gaan we krachten bundelen, maar ook op gebied van kennis en expertise. Als ik in Rotterdam ben, dan werk ik vanuit de makersplek Batavierhuis: een huis waar voornamelijk musici werken, experimenteren en kleine optredens geven. Voor Jazz International Rotterdam, waar talentontwikkeling centraal staat, is dat dé ideale plek om te werken: tussen en mét de makers in het huis. Tot slot werk ik veel van huis uit. En als ik met Saar loop, hier in de prachtige omgeving van Berg en Dal, dan doe ik misschien wel het meeste denkwerk.

Vervoermiddel?

In Berg en Dal spring ik op mijn fietsje en rol ik de ‘berg’ af naar het Festivalhuis, in het hart van Nijmegen. En zwoeg later ik de berg weer op als ik naar huis ga. Hoef ik verder ook niet aan sport te doen! Verder reis ik het liefst met de trein. Ik kan in de trein goed werken of muziek luisteren. En er is niets fijner dan af en toe even in slaap te vallen. Het is me nog nooit overkomen dat ik niet op tijd wakker werd bij het juiste station.

Waar ben je blij mee?

Het leukste aan mijn werk vind ik het projectmatige karakter: dat je telkens met elkaar naar een evenement toewerkt, en dat geldt ook voor de musici met wie we samenwerken. In veel gevallen, zowel in Rotterdam als Nijmegen, is er veel ruimte voor nieuw talent en nieuwe producties. Dus ook op artistiek vlak wordt er toegewerkt en toegeleefd naar dat moment. Het coördineren van zo’n traject, en alles wat er – in mijn geval op zakelijk vlak – voor mekaar gebokst moet worden, én het begeleiden van die gezamenlijke inspanning, dat vind ik heel leuk en altijd een uitdaging. Het is een weg met ups en downs, met nieuwe kansen die zich aandienen maar ook problemen die opgelost moeten worden. Of soms niet opgelost kunnen worden. Zoals corona de afgelopen jaren, en nu – de gevolgen ervan in onze sector, zoals personeelstekorten en flinke prijsstijgingen. En hoe je daar dan toch een creatief ‘antwoord’ op moet hebben.

Wat ik ook heel leuk vind, en heel belangrijk, is om er echt zoveel mogelijk een gezamenlijke inspanning van te maken. Iedereen draagt bij, want iedereen maakt een verschil: van programmeur tot stagiaire, van producent tot bestuurslid, van marketeer tot vrijwilliger. Soms schuurt het natuurlijk wel eens: maar dan inspireren de woorden van Leonard Cohen: there is a crack in everything, that’s how the light gets in. En tot slot: er mag ook gelachen worden! Ik geniet misschien wel het meest als er tussen al het geregel door ook flinke grappen gemaakt kunnen worden en we met zijn allen in een deuk kunnen liggen.

Meest bijzondere herinnering?

Ik heb teveel dierbare herinneringen en natuurlijk onvergetelijke concerten om op te noemen. Maar wat me nu te binnenschiet is een moment op Babel Med: een wereldmuziekconferentie en -showcase in Marseille. Na afloop van de showcases was er voor de ‘professionals’ een borrel. Waar in de jazzsector, en op beurzen zoals InJazz en Jazzahead, vooral flink gedronken en gekletst wordt aan de bar, was er hier een DJ aan het draaien. En iedereen ging de dansvloer op: programmeurs, musici, journalisten, agents etc. We waren uitgepraat, op een positieve manier, en ons restte de dansvloer om de muziek te vieren waar we ons allemaal voor inzetten. We zaten allemaal even op cloud nine.

Waar ben je nu mee bezig?

De afgelopen maanden, nu de coronapandemie (voor nu) achter ons lijkt te liggen, is het alle zeilen bij voor een aantal mooie events. Allereerst werken we in Nijmegen hard aan de volgende editie van Music Meeting Festival. Het thema is: Cuba Upside Down. Artistiek leider Maite Hontelé en programmeur van het eerste uur Wim Westerveld hebben een geweldig programma samengesteld, dat Park Brakkenstein in Cubaanse sferen brengt in het Pinksterweekend van 4 t/m 6 juni.

In Rotterdam broeit er ook van alles: met collega en artistiek leider Marzio Scholten werken we aan een aantal RAUW events. De eerste vindt plaats in Arminius te Rotterdam, op 29 april, genaamd RAUW presents Club Bonsai. Dit wordt een bijzondere avond gecureerd door het Rotterdamse collectief Bonsai Panda, onder leiding van trombonist Louk Boudesteijn en gitarist Jelle Roozenburg. Jazz van ‘sterke mannen’ dus!

Sophie's agenda

29 april 2022: RAUW presents Club Bonsai, Arminius, Rotterdam

4-6 juni 2022: Music Meeting Festival – Cuba Upside Down, Nijmegen

s t e r k e v r o u w e n

Concept en fotografie: Eddy Westveer