Dick Rijnooy en The Sound Diggers

BIOGRAFIE

Rijnooy Dick Rijnooy 633-2

door Hans Zirkzee

Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen. 
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.

Dick Rijnooy

(Rotterdam, 24 september 1913 - Rotterdam, 23 augustus 1998)

"Van de oorlogsschade uitkering hebben we nieuwe instrumenten kunnen kopen. Alleen mijn (kostbare) fluit had ik meegenomen."

THE SOUND DIGGERS EEN MEGAPUZZEL.
Er waren drie Sound Diggers of vier of misschien wel twintig. Er zijn zelfs wel zestig bezettingen geweest.

Dick Rijnooy en The Sound Diggers
Geïnspireerd door zijn buurman, de slagwerker Tonny de Goey, die speelde in de Circus Schouwburg aan het Stationsplein, ging Dick tegen het dwingende advies van zijn ouders in (hij moest technisch tekenaar worden) toch drummen in schoolbandjes. Dick oefende op zijn zolderkamertje met grammofoonplaten. Hij kreeg les van ‘de man van de kleine trom van het Philharmonisch’, die hem niet meer dan de basistheorie bijbracht, want swingen deed zijn leraar allerminst. Dick werd in december 1936 bestuurslid van de Nederlandsche Hot Club afdeling Rotterdam, eerst als penningmeester, later ook als secretaris. Met zijn eerste vrouw, Trudy, ging Dick graag naar jazzzaken.

Teddy Cotton (Theodoor Kantoor)
Teddy Cotton (Theodoor Kantoor)

SWINGEN
Bij het bombardement van 14 mei 1940 raakten zij hun huis aan de Oppert en ook hun platencollectie kwijt. Eigenlijk startte Dick zijn professionele carrière op 23 augustus 1943 in dancing Belvédère aan de Katendrechtse Rechthuislaan bij het orkest van de trompettist Teddy Cotton als invaller voor de Surinaamse slagwerker Frits Blijd, die na onenigheid was vertrokken. George van Wijngaarden speelde contrabas, Jan Bouwer van de Swing Papa’s gitaar, Jan Selm saxofoon en Cor Vos, soms Boy Edgar, piano. Katendrecht was wegens de Duitse angst voor geslachtsziektes ‘Verboten voor Kriegsmarine und Wehrmacht’. Het bombardement had de Schiedamschedijk weggevaagd en de hoeren waren naar de Kaap verhuisd. Op 3 november 1943 faalde het waarschuwingssysteem van café Euser op de punt van het schiereiland en de Sicherheitsdienst deed een onverhoedse inval in de jazzclub juist op het moment dat de band, in plaats van de verordonneerde Duitse muziek, heftig stond te swingen. Iedereen werd in elkaar geslagen.

KULTUURKAMER
Op het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst aan de Heemraadssingel kreeg pianist Cor Vos, die onverbloemd zijn grondige afkeer van Duitse muziek had uitgesproken, het zwaar te verduren en Teddy Cotton ‘der schwartze Hund’ werd het spelen verboden. De Griek Angelo Zannis, mede-eigenaar van Belvédère, werd ook aan de tand gevoeld, maar hij kwam vrij nadat zijn echtgenote wat bontmantels op het S.D. hoofdkwartier achterliet. Belvédère bleef open. De musici hadden hun lidmaatschap van de Kultuurkamer niet getoond en zij werden gedwongen zich een dag later te melden in de Van den Boschstraat in Den Haag.

Rijnooy en c.s. kregen van de dagelijks bestuurder van de vakgroep amusementsmuziek, Dick Beuzenberg (die ook wel wist dat de positie van de Wehrmacht eind 1943 niet zo florissant meer was), een voorlopig lidmaatschap van de Kultuurkamer, hetgeen een gedwongen tewerkstelling in Duitsland voorkwam. De plaats van Teddy Cotton werd ingenomen door trompettist Jan Bogers. De band speelde verder met de tenorsaxofonist Jan Straatman als orkestleider, Wim Hannaart op piano en de gitarist Bob Schoonlinge. De laatste zou de oorlog niet overleven.

PRENTBRIEFKAARTEN
Na het vertrek van Teddy Cotton, die alleen nog maar prentbriefkaarten mocht verkopen, daalde de publieke belangstelling en Belvédère sloot in december 1943. Dick verkaste tot eind april 1944 naar de Mirador in Schiedam. De bezetting van de band was grotendeels gelijk aan die in Belvédère. Van 1 mei 1944 tot 2 april 1945 speelde Dick met een kleine groep in café La Gaîté in de Tochtstraat. ‘Er kwam daar publiek dat bulkte van de centen. Veel verdiend. Veel zwart geld en veel eten. Er kwamen daar al net zo min Duitsers als op de Kaap.’ Na de bevrijding en legio schnabbelwerk voor de geallieerden, ‘Een gouden tijd, ze keken niet op een paar sloffen sigaretten.’ In 1946 vormde Dick een trio met Jan Straatman en pianist Wim Struyk, The Swing Squad. Zij speelden van 15 januari tot en met 14 april 1946 in café De Kroon aan de Stationssingel.

Piet Leblanc (foto Carel van Hees)
Piet Leblanc (foto Carel van Hees)

Maar liefst 41 jaar bestond het dansorkest The Sound Diggers. Vanaf 1947 als beroepsorkest.

THE SOUND DIGGERS
Drummer Bas Vaandrager: ‘The Rhythm Dealers waren de voorlopers van de Sound Diggers. Ik heb naam Sound Diggers gekozen analoog aan de populaire filmreeks The Gold Diggers uit de jaren dertig. Toen de band later uit elkaar ging heb ik, al lopend op de Coolsingel, de naam Swing Devils verzonnen (vanwege de bandstands met daarop SD).’
The Sound Diggers begonnen in 1937 (sommigen zeggen 1934), met de later befaamd geworden saxofonist Piet Le Blanc.
Aad van Dusseldorp: ‘Toen ik bij de Sound Diggers kwam werd er gerepeteerd in een zaaltje in Kralingen in de buurt van de gasfabriek. Daarna hebben wij enige tijd gerepeteerd op een zolder aan het Hang. Tenslotte in 1939 zijn we naar een zaaltje gegaan in het havengebied niet ver van het Oostplein. Ik weet dat zo goed, omdat onze laatste repetitie daar was op 9 mei 1940. De volgende dag stond alles in brand en zodoende is het gehele instrumentarium verloren gegaan. Van de oorlogsschade uitkering hebben we nieuwe instrumenten kunnen kopen. Alleen mijn (kostbare) fluit had ik meegenomen.

The Swing Devils in Palace 15 april 1942
The Swing Devils in Palace 14 april 1942 met o.a Arie Verhoef (as) en Frans van Lankeren (elektrische gitaar!)

DE KLANKDELVERS
Daarna, dus tijdens de oorlog, zijn we in Rotterdam-West gaan repeteren, waar we enkele luchtaanvallen te verduren hadden. Een jaar en wat bezettingswisselingen later werd de naam gewijzigd in The Swing Devils. Vervolgens werd het weer The Sound Diggers. Wat in de oorlog onder druk van de bezetter werd gewijzigd in: De Klankdelvers en toen onze Duitse vrienden weer naar hun Heimat waren teruggekeerd, keerde ook de oorspronkelijke naam van het orkest terug: The Sound Diggers. Een deel van de orkestleden wilde na de oorlog beroepsmatig verder, een deel niet. De ‘hobbyisten’ ruimden één voor één het veld.

.

The Sond Diggers Schiedam
The Sound Diggers in Schiedam

PROEFSPELEN
Dicks
eerste kennismaking met de The Sound Diggers was het proefspelen in Homobonus aan de Walenburgerweg op 5 november 1945. In juni 1946 verving hij Piet Ouwehand definitief als slagwerker bij de band. Bezetting: o.a. pianist Cock van de Bergh, C. Dorst, Jo Kuypers en Kees Visser (saxen), Wim Droog (trompet, trombone) en de gebroeders Broekman op bas en gitaar. In 1947 voegde de Rotterdamse saxofoniste Annie van ’t Zelfde zich tijdelijk bij het orkest gedurende hun engagement in De Spil aan de Dordtsestraatweg. In dat jaar nam Dick de leiding van de Sound Diggers over van de vertrekkende pianist Cock van de Bergh, die vervangen werd door Rein Greven. De oude arrangementen, geschreven door Wim Droog, Aad Broekman, Kees Visser en Cock v.d. Bergh, bleven in gebruik. The Sound Diggers werden een beroepsorkest met Juup Bakker als zangeres, die na twee jaar vervangen werd door Elly Roy. Elly Roy, eigenlijk Nelly Vietch geheten, bleef tot 1953 bij The Sound Diggers. Op het hoogtepunt telde het orkest veertien leden. Waaronder ook Kees en Piet Noordijk. Andere saxofonisten: Karel Reys, Jerry Smith, Karel de Haas, Chris Magnin, Harry v.d. Boogert, Guus Crielaart en Siem Rosman. In de loop der jaren werd de band van Dick Rijnooy, mede als gevolg van de opkomst van populaire, goedkope Italiaanse orkestjes en de Beatmuziek, steeds kleiner.

The Sound Diggers in Parkzicht, mei 1951
The Sound Diggers in Parkzicht mei 1951 met Harry van den Bogerd (ts), Koos Schröder (tmp), Elly Roy (z, git), Dick Rijnooy (slw) en Wim Struyck (p)

VARIÉTÉ
Op variétéavonden werd het orkest geacht populaire liedjes te spelen. Dick heeft dat nooit vervelend gevonden. In een radio-interview in 1991: ‘Nee, hoor. Ik had natuurlijk ook de verantwoording voor de gage van de jongens. Het enige waar ik wel een vreselijke hekel aan heb gehad, waren de carnavalsavonden. Dat heeft niks meer met muziek te maken. Maar het betaalde vreselijk goed. En dan deed je het toch.’ Eind jaren vijftig vormden allerlei Italiaanse orkestjes nog flinke concurrentie. Rijnooy: ‘Er kwam zo’n hele zwerm Italianen naar Nederland. Het Holbeinhuis was daar het eerste mee. Dat deed het vreselijk goed. die Italianen. Witte schoenen, witte broeken en al die dingen. En trio-zang. Wat wij trouwens met de Sound Diggers ook hebben gedaan. Maar toen moest ineens iedere zaak een Italiaans orkest hebben.’ De Italianen kwamen, de Italianen gingen en langzaamaan werd het lastiger voor het soort amusement waar The Sound Diggers voor stonden. Zaaleigenaren en feestorganisaties hadden niet genoeg geld voor een grote band. Als gevolg daarvan krompen The Sound Diggers in.

The Sound Diggers, Beursfoyer 1953
The Sound Diggers, Beursfoyer 1953 met Jan Schotel (cb), Koos Schröder (tmp), Siem Rosman (ts), Wim Struyck (p) en Dick Rijnooy (slw)

DRIE SAXEN
Dick:‘We waren oorspronkelijk met negen man. Dat wil zeggen: acht man en een zangeres. Maar dat was op een gegeven ogenblik niet meer te plaatsen. ik heb zo lang mogelijk geprobeerd drie saxen te houden. Daar hadden we mooie arrangementen voor. En toch, in de loop der jaren was zeven man zelfs te veel. Ik zat op zeker moment in de Beursfoyer met vijf man. Dat levert muzikaal minder plezier op. Je went er wel aan, maar met een grotere bezetting heb je meer plezier van je werk.’

In 1978, even voor zijn 65e verjaardag, zette Dick Rijnooy na 33 jaar een punt achter The Sound Diggers. ‘ik kreeg de hele handel niet meer geplaatst.

Rijnooy Dick Rijnooy 633-2
Dick Rijnooy

ER ALTIJD VERZORGD UITZIEN
Dick
ging bij het Nederlandse Artiesten Management spelen met de revue Lachen mag van de dokter. Een versleten heup maakte hem het drummen niet langer mogelijk. Na een geslaagde operatie in 1982 nam hij incidenteel weer plaats achter zijn slagwerk. In 1985 was Dick betrokken bij de oprichting van de Rotterdamse Artiesten Club (RAC), een vereniging van oud-artiesten. Handelsplaten van the Sound Diggers zijn nooit verschenen, wel zijn rond 1946 vier nummers opgenomen in de Siegro Studio’s in Rotterdam en acht tracks bij GTB Bakker in Den Haag. Kopieën van die opnamen, deels met zangeres Juup Bakker, bevinden zich in het muziekarchief van de radiomaker Roland Vonk. Op 23 augustus 1998 overleed Dick Rijnooy in de armen van Elly Roy. Zijn motto was: ‘er altijd verzorgd uitzien’.

BRONNEN
Aantekeningen en map Sound Diggers, Hans Langeweg
Brief A. M. van Dusseldorp d.d. 9 april 1984
De Oud Rotterdammer 1 november 2011
Interview Leo Hooghuis met Hans Langeweg d.d. 16 oktober 1982
Interview Wim Struyk met Hans Langeweg d.d. januari 1992
Interview Bas Vaandrager 20 februari 2007
Interview Jan Broekman 13 december 2012
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015) door Hans Zirkzee
Muziek 24 juni 1946 en 24 september 1946
Uitzending Archief Rijnmond, Roland Vonk 26 juni 2005

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial