Dick van Male en zijn Hotclub

BIOGRAFIE

door Hans Zirkzee

Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen. 
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.

FOTO
Comblain-la-Tour (provincie Luik) groeide uit tot het grootste openlucht jazzfestival in Europa met gemiddeld 25.000 bezoekers.
Op de foto is de sociaal-maatschappelijke overgangsperiode van die tijd goed zichtbaar. De in regenjassen getooide oude stijl liefhebbers observeren nozems die een hippie met lang haar en een broek met wijde pijpen uitlachen. Zijn tijd zou nog komen.

Dick van Male

(Rotterdam, 5 juli 1925 - Rotterdam, 5 april 2005)

"HIJ WERD ONMIDDELLIJK GEGREPEN DOOR DE VIRTUOZE ZIGEUNERJAZZ VAN GITARIST DJANGO REINHARDT EN VIOLIST STÉPHANE GRAPPELLI, DESTIJDS DE ENIGE EUROPESE JAZZSTIJL."

DICK VAN MALE EN ZIJN HOTCLUB
De geboorte van het jazzfestival in Comblain-la-Tour (1959-1966) laat zich lezen als een filmscript. De New Yorkse producer en jazzimpresario Joe Napoli, agent van o.a. Chet Baker, werd tijdens de Battle of the Bulge (het Ardennenoffensief) verkeerd geparachuteerd. Hij kwam terecht in Comblain-la-Tour (provincie Luik). De Belgen zorgden goed voor de onderduiker. Als dank organiseerde hij in 1959 een benefietconcert voor de financiering van de opbouw van de in de oorlog vernielde kerk. Comblain-la-Tour groeide uit tot het grootste openlucht jazzfestival in Europa met gemiddeld 25.000 bezoekers. De Magnolia Jazz Group (1967) was, na Rita Reys (1963), Le Hotclub de Rotterdam (1965) en de Harbour Jazz Band (1966) de vierde Rotterdamse jazzact op het befaamde festival. In 1965 maakte Willem ‘Wodka’ van Empel op het festival persoonlijk kennis met saxofonist John Coltrane. Willem had nog nooit zo’n indrukwekkende persoonlijkheid ontmoet.

LE QUINTETTE DU HOTCLUB DE ROTTERDAM
In 1938 hoorde gitarist Dick van Male (Rotterdam, 5 juli 1925 – Rotterdam, 5 april 2005) op de VARA-radio het Quintette du Hotclub de France. Hij werd onmiddellijk gegrepen door de virtuoze zigeunerjazz (Manouche) van gitarist Django Reinhardt en violist Stéphane Grappelli, destijds de enige Europese jazzstijl. In 1941 kreeg Dick zijn eerste gitaar van zijn moeder, die hem voor een vriendenprijsje van twee gulden van haar broer Jan v.d. Oever had gekocht. Dick neemt les op de muziekschool Melodia van Rinus Romijn en speelt in het schoolorkestje de Melodia Sterren met Ed van Batenburg (klarinet), Jan van Belkom (gitaar) en de vrouwelijke slagwerker Pollie Landwehr. Na het ‘vergeten bombardement’ van 31 maart 1943 verhuisde hij naar Tuindorp De Vaan. Op de muziekschool aan de Groene Hilledijk kreeg hij les van Piet Struik. Na een muzikaal intermezzo in de band van trompettist Jaap van der Merwe, de latere cabaretier, en diens neef de altsaxofonist Chris Boeree, stapte Dick over naar de bigbands van Willy van Gent, Max Wellers’ Noise Mongers en het orkest van Jan Makor. Dick werd evenals Jan Makor bij de razzia’s van november 1944 opgepakt voor tewerkstelling in Duitsland. Van Male beweerde dat trompettist Teddy Cotton op het oude Feijenoordterrein, waar de mannen verzameld waren, het lef had het Wilhelmus te spelen! Dick lukte het tijdens het transport te ontsnappen en hij dook onder in Rotterdam. Met violist Freddy Rietdijk, gitarist Hans Bodenstaff en accordeonist Henk Barlo speelde hij tussen de schuifdeuren en op illegale feestjes.

HILLBILLYGROEP
Na de bevrijding werkte het ensemble met de inmiddels uit Duitsland teruggekeerde Jan Makor (zang en sax) voor de Canadese militairen in Café Sport te Barendrecht. De Canadezen bleken echter geen flauwe notie te hebben van hun muziek, want ze werden aangekondigd als hillbillygroep. Maar na enkele swingende maten brak er een storm van gejuich uit en kon dit goed ingespeelde kwartet met een uitgebreid repertoire geen kwaad meer doen. Tijdens zijn militaire dienstplicht richtte Dick van Male The Swing Commanders ‘het dansorkest der Nederlandse Luchtstrijdkrachten’ op. In de weekends speelde hij met Tom Bronsvoort Bopcombo (1948-1954) en zijn eigen Small Combo en Le Quintette du Hotclub de Rotterdam, dat zich een steeds grotere reputatie als zigeunerjazzorkest verwierf. Na de terugkeer van Freddy Rietdijk in 1960, die tijdens zijn studie vervangen werd door John Paay (de vader van zangeres Patricia Paay), brak het orkest door in het buitenland, waar de band bekender werd dan in eigen land.

Dick van Male (foto Ton den Haan) 22 april 1985

LOVENDE KRITIEKEN EN OVATIES IN HET BUITENLAND
De Hotclub de Rotterdam trad meermalen op in Duitse tv-shows en op alle grote Europese festivals, waaronder drie maal op het North Sea Jazz Festival. De concertlijst van het populaire snarenensemble beslaat ettelijke kantjes. In oktober 1968 maakte de Hotclub de Rotterdam een langspeelplaat voor de firma Dankers. Hans van de Aa en/of zijn broer John vervingen in 1970 de gitaristen Jack Zwaan en Jacques Vijfwinkel. De band werkte vervolgens met wisselende bassisten. In december 1984 was de HCR met veertig jaar de oudste jazzband in Nederland. Dat bleef het orkest tot het plotselinge overlijden van Dick van Male. Van Male heeft het nooit kunnen verkroppen dat hij in zijn eigen stad zo weinig waardering kreeg. Hij was een belezen jazzfan die goed onderbouwde artikelen schreef voor de diverse jazzbladen. Zijn unieke archief en zijn opnames (hij bezat een van de grootste collecties van Django Reinhardt ter wereld) verdwenen in de verbrandingsoven van de ROTEB.

Jack Zwaan:
De Hotclub de Rotterdam is te horen op de elpee van het International Jazzfestival in Praag 1965. Daarvan zijn er één miljoen verkocht! De Hotclub de Rotterdam was Freddie Rietdijk. Hij heet eigenlijk Witkovsky. Hij had een Russische moeder. Zijn vader was, net als de vader van Dick van Male, een tramconducteur. Dick van der Male, Hans van der Aa en ik speelden gitaar en Cees Sparreboom, contrabas. Jeff Kersting viel wel eens in voor Freddie Rietdijk en Henk Lauret voor Cees Sparreboom. Dick van Male speelde op een onmogelijk gitaartje. Later heeft hij een paar goede gitaren gekocht. Ik kon het goed met hem vinden. We zagen elkaar dagelijks op de beurs. Hij zat in de graanhandel. Ik heb acht jaar in de Hotclub gespeeld. Het optreden op het festival in Comblain was een ongelooflijk succes. We hadden erg veel concurrentie toen. We werden in Downbeat gelauwerd. Wij waren in Joegoslavië een enorm succes. Toen kreeg ik promotie en kon ik het niet meer waarmaken en ben ik er uit gestapt.’

Foto HCR Termijnzaal: Ed Meulendijk (bas), Jacq Vijfwinkel (gitaar), Jack Zwaan (gitaar), Freddy Rietdijk (viool), liggend Dick van Male (gitaar).

HOT EN SWEET
De Gipsyjazz kreeg in Rotterdam navolging met Hotclub 69, de band van de violist Jossche Monitzs (Joop Moens, Rotterdam 31 mei 1934) met onder anderen Eric Ball (gitaar), Anton Drukker (bas), Rob van Bavel (piano) en drummer Kees van Krugten en de door saxofonist Ted Farinaux (Rotterdam, 13 augustus 1936) opgerichte Hotclub 88 Rotterdam. Door zijn overlijden op september 2014 kwam een einde aan de band. De hotjazz van de midden jaren dertig worden regelmatig verward met het onderscheid tussen de jazz als kunstmuziek, de concertjazz, en de commerciële variant: jazz bedoeld als dansmuziek. De puristen zagen de concertante jazz als de enige zuivere jazz. De aanwezigheid van improvisatie was volgens hen het belangrijkste essentiële verschil met de amusementsmuziek. De concertjazz was ‘hot’ en niet ‘sweet’ (de goed in het gehoor liggende vocale jazz). De hotjazz stond ook lijnrecht tegenover ‘swing’ (de dansmuziek van de populaire bigbands met weinig ruimte voor improvisatie).

BRONNEN
Interviews Jack Zwaan 17 december 2007 en 17 maart 2009
Jack van Elewout – ‘Bredase Muziekschets van de 20e eeuw’
Henk Kleinhout – ‘Jazz als probleem’
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grotestadscultuur (2015) Hans Zirkzee
Rhythme 21 januari 1950
Het Vrije Volk 25 april 1964
True Note januari 1966
DownBeat 27 januari 1966
Welt am Sonntag nr. 19 mei 1988
Rotterdams Dagblad 24 maart 1994, 8 oktober 1998
Doctor Jazz Magazine nr. 32 / 92 / 121 / 147

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial