Mitsey Smeekens zong tot haar laatste snik

BIOGRAFIE

Smeekens, Mitsey edit-ps

door Hans Zirkzee

Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen. 
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.

Mitsey of Mitzy Smeekens

(Rotterdam, 4 oktober 1920 - Rotterdam, 5 oktober 2008)

'In haar café en bij talloze schnabbels door de jaren heen zong ze van alles, ook wel Frans, Duits en Nederlandstalig, maar het moest wel niveau en pit hebben.'

Mitsey of Mitzy Smeekens (Rotterdam, 4 oktober 1920 – Rotterdam, 5 oktober 2008) groeide op aan de Hogenbanweg in Rotterdam-West als Mirza Snijders. Op haar zeventiende ging ze aan de slag als ouvreuse bij het Arena Theater aan de Kruiskade, dat beschikte over een groot orkest en een zanginstallatie. Bij haar sollicitatie werd haar te verstaan gegeven dat zij d’r haar moest blonderen en dat die wenkbrauwen eraf moesten. Mitsey: ‘En dat is m’n hele leven zo gebleven.’ Zij leerde in haar jeugd zingen met langspeelplaten. Tijdens het schoonmaken van de orkestbak zong zij stiekem met pianobegeleiding van één van haar collega’s het bekende chanson J’attendrai en zij werd door de directeur van Arena ‘ontdekt’. In 1939 won zij een door Dirk Reese en Theo Moens georganiseerde croonwedstrijd in de fameuze Dancing Pschorr met A-Tisket A-Tasket, een kinderliedje dat in de versie van Ella Fitzgerald in 1938 een wereldhit was. Mitsey werd begeleid door het orkest van de bekende trompettist Eddy Meenk. Dankzij haar succes in de croonwedstrijd kreeg zij het aanbod om in het orkest van de pianist Martin Roman te komen zingen. In dat orkest speelde Gerard Smeekens trompet.

Smeekens Steggerda, ork Johnny met Gerard Smeekens tmp 21 juli 1944
Orkest Johnny Steggerda met Gerard Smeekens (21 juli 1944)

KID DYNAMITE
Met hem trad zij, drie maanden vóór de Duitse inval, in het huwelijk. Mitsey verhuisde in 1941 van Hillegersberg naar Amsterdam en zij werkte, na de arrestatie van de joodse Martin Roman, met de Surinaamse musici Kid Dynamite en Lex van Spall. Zij zong tijdens de Tweede Wereldoorlog, wegens het verbod op Engelse teksten, in het Frans, Spaans, Italiaans en Nederlands. Zij weigerde lid te worden van de Kultuurkamer. Gerard Smeekens werd tegen het einde van de oorlog in Duitsland vermoord. Mitsey behield zijn achternaam. Na de bevrijding werkte zij anderhalf jaar bij het orkest van de voormalige drummer Bill Stanford (Willy Siehl) in de Canadian Officers Park Club in Amsterdam.

Smeekens 1946-ps
(1946)

PERDIDO
Mitsey
was met haar Radio-quartet en het orkest van Arnold Brinkman eind jaren veertig regelmatig te beluisteren op de AVRO- en KRO-radio. Zij werd een graag geziene vocaliste bij het orkest van Vlaming Henri Segers en in Nederland bij het orkest van Frans Wouters en het KRO-huisorkest, eerst onder leiding van Jo Budie, later met Piet Sonneveld. Bij Frans Wouters ontmoette ze in 1948 de pianist Herman Houtman. In 1953 keerde zij terug naar Rotterdam waar zij met Herman trouwde en met wie ze samen zou blijven tot aan zijn dood in 1996. Herman en Mitsey hebben enorm veel samen opgetreden. Voorafgaand aan de periode van hun muziekcafé De Doofpot vormden zij met gitarist Coen Rodenbergh ’t Perdido Trio. Tijdens De Doofpot speelden ze veel als duo en als kwartet met op drums onder anderen Bennie Bosman en Tonny Nüsser en op bas Wim Koopmans, Wim Brassers en Wil Nieland.

Smeekens De Doofpot publiek 1962
Publiek bij De Doofpot (1962)

DE DOOFPOT
Veertien jaar lang werkten Herman en Mitsey ’s zomers in diverse Zwitserse hotels. Ook speelden ze op het cruiseschip Black Prince. En aan de wal: het Hilton, El Amra, de Dorsvlegel aan de ’s-Gravelandseweg, Melief-Bender, ’t Fust, zaken in Zandvoort en Berlijn. Zij begon omstreeks 1958 haar eigen Perdido Trio met de contrabassist Will Nieland, Joop Korselius (slagwerk, vibrafoon) en Herman Houtman (piano). Mitsey en Herman openden op 3 mei 1962 het café De Doofpot aan de Nieuwe Binnenweg, en als daar iemand met een ‘verkeerd’ verzoeknummer kwam, dan wees Mitsey naar verluid op een bordje aan de muur: Alleen voor leden. ‘Sorry meneer,’ klonk het dan. ‘De zaak uit en nooit meer terugkomen!’

.

Smeekens in de Doofpot
Smeekens in De Doofpot

JAZZ
Mitsey Smeekens
was vooral van de jazz. In haar café en bij talloze schnabbels door de jaren heen zong ze van alles, ook wel Frans, Duits en Nederlandstalig, maar het moest wel niveau en pit hebben. Het American Songbook stond voor haar bovenaan. Ze kende duizenden teksten uit haar hoofd. Drummer Bennie Bosman, die jaren lang in de Doofpot werkte: ‘Daar was ik wel eens jaloers op. Die vrouw kon toch een partij songteksten onthouden, ongelofelijk.’ Mitsey bleef ook na het overlijden van haar tweede man actief in de muziek. Het laatste nummer dat zij zong was Georgia on my Mind tijdens de viering van haar 88ste verjaardag. Een dag later overleed zij.

BRONNEN
Amusementsbedrijf
, juni 1944,
De Oud Rotterdammer artikel Roland Vonk
In en om Hoppesteyn, Hans Langeweg, februari 1995
Muziek 24 mei 1946 en 24 september 1946
NJA Bulletin nr. 33, september 1999.
Website Rotterdam 010
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015) door Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial