’t Is anders (deel 1)

Speenhoff 1928 NA TEKST

door Hans Zirkzee

’t Is anders (J.H. Speenhoff) deel 1

De geschiedenis van de jazz wordt gekweld door hardnekkige misvattingen en foute aannames. Iedereen schrijft elkaar over zonder te verifiëren of het allemaal wel klopt. Zelfs het Nederlands Jazz Archief (NJA) en de publieke omroep maken zich hieraan schuldig.

HET BEGIN
Dichter-zanger Koos Speenhoff (Rotterdam, 23 oktober 1869 – Den Haag, 3 maart 1945) is zijn leven lang maar aan één zaak volkomen trouw gebleven, namelijk zijn lijfspreuk: ’t is anders. Speenhoff was een notoire jazzhater: ‘jazz ergert me, omdat ze verwarrend en ontaardend werkt. Ik vind die jazzrommel afgrijselijk.’ Maar Speenhoff had gelijk: de geschiedenis van de jazz is anders.

Speenhoff 1928 NA
Speenhoff (1928)

VERWARRING
Racistische, seksistische motieven en taboes liggen ten grondslag aan de verwarring omtrent de oorsprong en de betekenis van het woord jazz. Sommigen beschouwen het woord afkomstig van jasm, dat slang (straattaal) is voor spirit, energie en ‘lively vigor’ (kracht). Aannemelijk is dat jasm afstamt van jism dat slang is voor spunk of sperma. ‘To jazz around’ is overal je slurf in hangen. Vandaar het taboe. Dat vooral Afro-Amerikanen deze term gebruikten, deed de verspreiding van het woord geen goed. Over de juiste schrijfwijze van het woord (jas, jaz, jass, yasz, jasz, jazs, jazz) bestond daarom ook een lange tijd onduidelijkheid. Uiteindelijk evolueerde de spelling van de muziek naar ‘jazz’ met een kleine letter en de jazzdans met een hoofdletter. De lezers van het de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 1 augustus 1919 werden daarvan niet in het ongewisse gelaten:

‘Uit alle hoofdsteden van Europa hoort men hetzelfde. Geld en zeden hebben hun vroegere waarde verloren; iedereen jazzt, jazz-rokken, jazz-gedachten, jazz-dansen, jazz-moraal, jazz-politiek’.

JAZZ EN DANSEN
Het Vaderland
van 3 september 1920 hanteerde voor jazz een hoofdletter: ‘Mag men aannemen wat geestdriftige Amerikaansche Jazzmeesters vertellen, dan zijn de dagen van de Foxtrott en Jazz geteld.’

De West-Europese dans kenmerkte zich door sprongen, sierlijke bewegingen en vooral de wals. De danspartners hadden zo weinig mogelijk fysiek contact met elkaar. Afstand was geboden en een dansleider controleerde of alles in goede banen verliep. Conform de heersende moraal moest de seksuele aantrekkingskracht tussen de geslachten voor het oog verborgen blijven. De industrialisatie en de mechanisatie in het prille begin van de twintigste eeuw vormden een onvermijdelijke impuls tot een sneller leven en dus ook tot een ander dansritme. Gedanst in tweekwartsmaat in plaats van de driekwartsmaat van de wals. De Twostep, in feite een verzamelnaam voor de nieuwe dansen, was gefundeerd op de stapsgewijze beweging van de beide voeten, kort bij de grond gedanst voor een direct contact met de aarde. Zoals gedanst door indianen en in West-Afrika en passend in een nieuwe, gemechaniseerde wereld. De Jazz was oorspronkelijk een synoniem voor zo’n op de Twostep gebaseerde dans. Ontstaan in de multiculturele melting pot van het Congosquare in New Orleans en op alle andere plekken waar culturen zich mengden in de Nieuwe Wereld aan het einde van de 19e eeuw. De Cakewalk, de Ragtime, de Hesitation, de Rocker en de Jazz waren vóór de Eerste Wereldoorlog de populaire dansen in de Verenigde Staten. Dansen die al snel Europa zouden veroveren. Al op 6 mei 1899 dansten The American Troubadours de Cakewalk in de Rotterdamse Circus Schouwburg. Van 14 tot en met 16 augustus 1916 vond in Rotterdam een congres van dansleraren plaats in Riche, het concertgebouw aan de Korte Hoogstraat. ‘De nieuwe dansen die zijn aangenomen zijn o.a. de Hesitation, Ragtime, Crawl, Panama Step en de Castle Trot.’ De aanwezige dansleraar Herman Leviet introduceerde deze nieuwe dansen vervolgens in Veendam en Groningen (Nieuwsblad van het Noorden, 18 augustus 1916). De Amsterdamse dansleraar James Meyer ging pas in 1919 naar Londen om daar kennis te nemen van de nieuwste dansmode, zoals het NJA stelt.

Jazzdance straight (1919)

DE DEFINITIE
Jazzkenners worden gewaarschuwd de vingers niet te branden aan de definitie van de jazzmuziek. Een beladen kwestie waar­over luisteraars, critici en musici meer dan een eeuw lang het hoofd braken. De persoonlijke smaak speelt de voornaamste rol in de beoordeling van de artistieke kwaliteit van jazz. Musicologisch gezien kenmerkt de jazz zich door een veelheid van stijlen en genres, die bovendien een eeuw lang in ontwikkeling waren en nog steeds zijn. Collectieve improvisaties, nieuwe harmonieën (de blues), swingende melodieën en ritmische (Afrikaanse) vernieuwingen typeren de dansbare ‘early jazz’.

Rotterdam verkeerde juist als gevolg van zijn positie als internationale haven niet in een culturele achterstandssituatie. De directeuren van de haven- en scheepvaartbedrijven zagen in het buitenland wat er op het gebied van kunst en cultuur te koop was en namen hun indrukken mee naar huis. Amerikaanse artiesten en musici die in Engeland optraden staken via Rotterdam over naar het vaste land van Europa, maar ook instrumenten, docenten, partituren en muziekapparatuur arriveerden in de gestaag expanderende havenstad.

Het vroegste optreden van ‘negerartiesten’ werd gegeven door de Lantum Negerzangers van Amerika. De beroemde zangers, die twee jaar lang in Londen optraden, speelden op 12 augustus 1847 in de schouwburg. Het kwintet viel vooral op door hun onstuimige, ritmische bewegingen.

Lantum Negerzangers

WORKSONGS EN NEGROSPIRITUALS
Een mijlpaal in de geschiedenis van de jazz in Rotterdam was het optreden van de zanggroep van de Fisk University uit Nashville (Jazzradar, 16 juni 2025). The Fisk Jubilee Singers collecteerden voor de uitbreiding van hun tien jaar tevoren opgerichte universiteit, het eerste instituut in de Verenigde Staten dat voorzag in hoger onderwijs aan bevrijde slaven. Zij zongen worksongs en negrospirituals die tot dan voor het blanke publiek verborgen waren gebleven. In weerwil van de heersende racistische sentimenten bleken hun uitvoeringen succesvol en het koor waagde de overstap naar het oude continent. Tijdens hun acht weken lange tour in het voorjaar van 1877 brachten zij het Nederlandse publiek in contact met de oorspronkelijke ‘negermuziek’ en een aantal bouwstenen van de jazz, zoals improvisatie, niet-westerse toonladders, negrospirituals, syncopen en polytonaliteit.

aap fisk-jubilee-singers01a
Fisk Jubilee Singers

KONING WILLEM III
Het eerste concert in Nederland van de Fisk Jubilee Singers was een introductieconcert op 26 februari 1877 in de zaal van mejuffrouw J.A. Deutschmann aan de Leuvehaven 28. Een dag later traden zij in de Zuiderkerk op voor maar liefst vijftienhonderd toeschouwers. Entree: één gulden vijftig. De minderbedeelden konden zich voor vijftig cent achterin de kerk laten onderdompelen in de nieuwe harmonieën en ritmes die nooit gehoord waren. Het hoogtepunt van het verblijf van de Jubilee Singers in Nederland was een opvoering voor koning Willem III in de Salon Foyer van paleis ‘t Loo op 7 maart 1877. In totaal werd in ons land 25.000 gulden bijeengebracht, zeker in die tijd een kapitaal bedrag.

de Zuiderkerk

RAGTIME
De term ragtime (ragged time) werd eind 19e eeuw gebruikt om het syncopische karakter van de populaire, nieuwe dansmuziek aan te duiden. Vooralsnog was het een voor piano uitgeschreven genre dat live gespeeld in de bars en honky tonks meer improvisatie kende. De heersende opvatting dat ragtime de improvisatie ontbreekt, is dus onterecht. Bovendien kwam tegen het eind van de 19e eeuw de ragtime bij veel orkesten op het repertoire, waarbij de pianopartijen voor het complete orkest werden uitgeschreven. In het begin van de 20e eeuw werd de term ragtime synoniem met ‘jazz’.

De Engelse jazzhistoricus en BBC producer Alyn Shipton beschrijft in zijn volumineuze boek A new history of jazz (2001) de eerste aankondiging van jazz als muziek in de San Francisco Chronicle van november 1913. Het eerste gebruik van het woord jazz in relatie tot de muziek is in het Nederlands taalgebied gedaan door de Nederlandse acteur en zanger, Paul de Groot. In zijn brief van 17 december 1917 doet hij verslag van zijn ontmoeting met Charlie Chaplin in Los Angeles. De Groot vertelt de beroemde komiek over Nederlands-Indië en Chaplin stelt voor daar een jazzband te laten optreden. ‘A jazz-band… weet u wat dat is lezer? Een ‘jazz-band’, een jazz-orchestra is een orkest van ongeveer tien man, met instrumenten die leven maken voor vijftig. De musici moeten zeer goed zijn, alles uit het hoofd spelen en de gekste bewegingen en dansen al spelende uitvoeren. Zóó’n band wilde Chaplin in Indië’ (uit De Locomotief dagblad voor Nederlands-Indië, 31 januari 1918).

Wanneer de jazz in Europa arriveerde is te lezen in de tweede aflevering van ’t is anders.

BRONNEN
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grotestadscultuur (2015)
Delpher
Historisch overzicht NJA
Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee
Mail Aldert Toornstra, 6 december 2018
Website www.dvhn.nl
Wikipedia
En vermeld in de tekst

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial