Van hier tot daar met Los Hermanos Martinez y Morelo

Het is 2 februari 2020 en een beetje stormachtige zondagmiddag in februari en een unieke palindroomdatum 02022020. Binnen in de warmbruine ambiance van een van de oudste jazzclubs in Nederland is het tegen drie uur al een gezellige drukte. Er wordt koffie en thee gedronken en voorzichtig wordt al een eerste ‘bolleke’ aan de bar besteld. In het tegen Vlaanderen aanschurkende Zeeuws-Vlaanderen staat deze middag naast al die gezellige spontane publieksontmoetingen een bijzondere ontmoeting op het programma; de ontmoeting tussen jazz en flamencomuziek, het treffen tussen twee broers op saxofoons met Spaanse roots met een, nee DE, Nederlandse flamencogitarist.

CÁDIZ CANCIONES DE IDA Y VUELTA
Eigenlijk gaat dit samenzijn terug naar een eerdere ontmoeting van jazzsaxofonisten Juan en Miguel Martinez met snarenvirtuoos Eric Vaarzon Morel in de Andalusische havenstad Cádiz.

Deze stad en haar provincie vormt de bakermat van de oervorm van de flamenco en is het epicentrum voor veel flamencozangers, -dansers, -gitaristen en -saxofonisten. De drie broers (want zo voelt het toch wel als ze samen op het podium musiceren) brachten acht liedjes, opgenomen tijdens een concert, samen op hun bejubelde album Cádiz Canciones de ida y Vuelta.
Op het Terneuzense podium laten ze horen hoe jazz en flamenco versmelten tot flamencojazz. Ze vertellen verhalen over hun reizen tussen Amsterdam en het warme zuidelijke Cádiz, hoe de nummers ontstaan zijn en tal van weetjes die je wellicht nog niet wist.

FLAMINGO?
Vaarzon Morel is naast gedreven en getalenteerd gitarist een hartstochtelijk verteller. De theorie dat de woorden ‘flamenco’ en ‘Vlaming’ mogelijk raakvlakken hebben, blijft niet onvermeld.

De hypothese dat het Arabische ‘fellah-mengu’ (verbannen of vluchtende boeren) samengetrokken werd tot ‘flamenco’ en eigenlijk als bijvoeglijk naamwoord ‘vlaams’ betekent, is etymologisch nooit 100% aangetoond. Maar toch zijn de opvattingen hierover hardnekkig en niet direct tot onzin terug te brengen. De leden van de keizerlijke garde van Karel V werden ook Los Flamencos genoemd.

Het vrolijk dansende Vlaamse volk, de kleurigheid van de flamencodanskostuums en de roze vogel flamingo bieden fleurige verbindingen in de afstamming van het woord. En ‘Morelo’ of geliefkoosd ‘Morelito’ weet het boeiend te vertellen.

OP REIS
Met Serrana, een compositie Vaarzon Morel, wordt spaansspannend en temperamentvol de muzikale trip gestart. Het Zeeuwsvlaamse flamenco publiek wordt mee op reis genomen naar het zuiden van Spanje.

La luz de Aquella Farola
van Camarón de la Isla is de tweede halte op de reis. Vanuit Cádiz werden ook veel ontdekkingsreizen van Columbus gestart en de stad werd belangrijk voor de handel met Zuid-Amerika en er ontstond daar een boeiende uitwisseling van culturen. Het nummer My girl is een blues van Lead Belly dat met een Cubaans guajira ritme werd versierd. De reis van de eerdergenoemde vluchtende fellah-mengu wordt verbeeld met Recuerdo(herinnering). In Tres Hermanos is het ritme en de melodie van flamenco op slinkse wijze met jazz en improvisatie verweven.

VAN HIER TOT DAAR
Na de pauze beginnen “los hermanos Martinez” samen zonder Morelo. Saxofoon hoorde je vroeger niet zo vaak in de flamenco. Toch speelde saxofonist Pedro Iturralde in de jaren Jaren ‘60 en ‘70 al de oervorm van de flamenco. “En toen was er een hele tijd niets, en nu zijn wij er weer”, zo wordt het publiek verteld. In Soleá met Vaarzon Morel en Miguel Martinez is de rol van de menselijke stem overgenomen door de saxofoon. Het nummer El Bosco, naar Jeroen Bosch, werd in Porgy en Bess beter gespeeld dan op de plaat in het Amsterdamse Concertgebouw, zo concludeerde Vaarzon Morel achteraf. Hij was er blij mee en het publiek ook.
Het hele project van de mix van gitaar met saxen en muziekstijlen werd bedacht op het strand; Playa La Caleta in Cádiz. De nieuw ontstane muziek is een verrijking voor zowel de jazz als de flamenco. Bovendien lijkt het ook in Terneuzen gezien de mooie opkomst, verschillende publieksgroepen aan te spreken. Met Alegrías de Cái en De aqui p’alla (van hier tot daar) van Gerardo Núñez wordt het concert sfeervol afgesloten. In de toegift worden in één klap nog twee Spaanse muzikanten in het zonnetje gezet. Het is een nummer van pianist Chano Dominguez, Mister C.I. en het is een ode aan flamencozanger Camarón de la Isla.

 

LOS HERMANOS MARTINEZ Y MORELO
Eric Vaarzon Morel – gitaar
Miguel Martinez – sopraan- en altsaxofoon
Juan Martinez – baritonsaxofoon

Porgy en Bess Terneuzen (NL) 2 februari 2020
Tekst en fotografie: Ella & Eddy Westveer

CONCERTRADAR