Jazziness Podcast serie

Podcast serie JAZZINESS

 

DE PODCAST SERIE JAZZINESS
is een Nederlands gesproken serie uitgezonden
tussen 16 april 2019 en 1 december 2020
met als vertrekpunt Brussels Jazz Weekend

.
De succesvolle podcastserie Jazziness, opgestart en geproduceerd door Brussels Jazz Weekend, viert op 1 december 2020 zijn 26ste en voorlopig laatste editie. De festivalpodcast zag het licht op 16 april 2019, met Ellen Leemans als gastvrouw en Frederik Goossens als jazzkenner van dienst. De serie bespreekt chronologisch de geschiedenis van het jazzgenre.

 

EEN OVERZICHT

 

Aflevering 01: Introductie in Jazz, jazz standards en improvisatie

Frederik Goossens vertelt Ellen hoe hij jazz ontdekte tijdens het bekijken van oude films op de BRT (Fred Astaire).

Jazz draait rond vrijheid en improvisatie.  Artiesten brengen variaties op een vast akkoordenschema.  De schema’s die iedere jazz muzikant hoort te kennen heten ‘standards’.  Ze geven een vaste structuur voor luisteraar en muzikant, maar worden steeds anders ingevuld. Iedere muzikant vertelt zijn eigen verhaal met een eigen muzikale stem.


Aflevering 2: De eerste jazz opname, New Orleans & Dixieland

In 1917 wordt de eerste jazz-plaat opgenomen door blanke muzikanten.  Het medium is een 78-toerenplaat vervaardigd uit shellac.  Hierdoor is de duur van een track beperkt.

De dansbare rag of jass-muziek is rebels en controversieel tegen de achtergrond van de muziek uit de good old days…


Aflevering 3: Trompetkoningen van de jaren 30

Wanneer Storyville, the red-light district van New Orleans, wordt gesloten trekt Joe ‘King’ Oliver via de Mississippi naar Chicago en neemt daar een plaat op met zijn Creole Jazz Band.  Hier horen we, in tegenstelling tot de collectieve improvisatie van voorheen, voor het eerst individuele solo’s van muzikanten.  Eén van hen is de getalenteerde Louis Armstrong.  Maar onder impuls van Lil Hardin, pianiste in datzelfde orkest, trekt Armstrong naar New York waar hij terecht komt in de bigband van arrangeur Fletcher Henderson.  Armstrongs speelstijl beïnvloedt onder andere Coleman Hawkins en zo doet de saxofoon definitief zijn intrede in de jazz.


Aflevering 4: Gangsta avant la lettre: ‘Jelly Roll’ Morton

De creoolse en excentrieke pianist Jelly Roll Morton noemt zichzelf ‘Originator of Jazz’.  Het kost deze kleurrijke figuur echter de grootste moeite om zijn reputatie te verdedigen.  Vaak kwam hij niet eens aan de bak als muzikant en moest hij zijn geld verdienen met allerlei duistere zaakjes.  Toch was deze opschepper onmiskenbaar van zeer groot belang voor de evolutie van de jazz : hij beïnvloedt de ragtime en legt zelfs de basis voor de swing met zijn riffs.  Helaas mist hij zelf de boot naar de nieuwere jazz-genres, waardoor hij in armoede sterft.


Aflevering 5: meester-improvisator Satchmo

Louis Armstrong groeit op in de prostitutiewijk Storyville, waar op elke hoek van de straat Jazz te horen is.  In het jongenstehuis waarin hij als tiener terecht komt omwille van een pistoolincident, krijgt hij zijn eerste cornet.  Later, in de band van mentor King Oliver, blijkt Armstrong een meesterimprovisator te zijn.  Trompet spelen en zingen doet hij op zijn eigen herkenbare manier.  Hij groeit uit tot een populair artiest met hits als ‘Hello Dolly’, die zelfs The Beatles van nummer 1 in de hitparade stoten.  Armstrong werd vaak afgeschilderd als een racistische zwarte karikatuur, toch laat hij zich in de jaren ’50 niet neerzetten als Uncle Tom.


Aflevering 6 : Componist, bandleader en pianist Duke Ellington

We verlaten New Orleans en Chicago en komen terecht in het New York van de Roaring twenties, de periode waarin schimmige figuren zoals Al Capone fortuin maken met de illegale verkoop van alcohol na de drooglegging.  In nightclubs zoals The Cotton Club wordt moonshine whiskey gedronken uit koffietassen.  Hier speelt de band van Duke Ellington als huisorkest.  Wanneer er radio-uitzendingen worden gemaakt vanuit deze club in Harlem, wordt de bandleider en componist al snel erg bekend.  In zijn composities experimenteert Ellington met originele arrangementen en klankleuren zoals growls en shouts.    Ellingtons invloed op de muziekgeschiedenis wordt algemeen erkend.


Aflevering 7 : Stomende swing en melancholische vocals

Waar kleuren typerend zijn voor de arrangementen van Duke Ellington, is ritme dat voor de bigband van Bill ‘Count’ Basie.  Duizenden koppeltjes doen avond na avond de temperatuur stijgen in world’s finest ballroom “The Savoy” tijdens het lindyhoppen.  In een ‘Battle of the Bands’ wordt in 1938 het huisorkest van Chick Webb (met Ella Fitzgerald) verslaan door het orkest van Basie met oa. Lester ‘Leaps in’ Young en Billie Holiday.  Zij noemt hem The Prez, hij noemt haar Lady Day.  In het turbulente leven van Billie Holiday, gekenmerkt door drank, drugs en foute mannen blijft Lester Young echter haar muzikale zielsverwant.


Aflevering 8 : Gipsy jazz in Europa

Jean Baptiste Reinhardt maakt furore in Parijs waar hij met zijn banjo walsjes op de ‘piano à bretelles’ begeleidt.  Wanneer het noodlot toeslaat en ‘Django’ ernstig verwond raakt bij een hevige brand in zijn woonwagen, lijkt zijn muzikale carrière voorbij, temeer omdat 2 vingers blijvend verlamd zijn.  Met veel volharding legt hij zich weer toe op de gitaar, zijn verminkte linkerhand zorgt voor een typische ritmische speelstijl.  Django ontmoet violist en gelijkgestemde ziel Stéphane Grapelli en samen maken ze opnames als huisband van de Hot Club de France.  Tijdens de oorlog valt deze band uit elkaar; Grapelli blijft in Engeland en Reinhardt keert terug naar Frankrijk, waar hem de hand boven het hoofd wordt gehouden door enkele Duitse officiers.  Na de oorlog raakt Djano Reinhardt in de ban van de Be Bop en maakt nog opnames op een elektrisch versterkte gitaar.


Aflevering 9 : Van Swing naar Bop

Wanneer Coleman Hawkins na een lang verblijf in Europa terugkeert naar de Verenigde Staten, neemt hij Body and Soul op. Zijn meanderende improvisatie over het moeilijk akkoordenschema herbevestigt zijn reputatie als vader van de tenor sax.  Solo’s komen meer en meer los van de melodie en vormen zo de basis voor de moderne jazz waarbij de virtuositeit van de muzikanten voorop komt te staan.  In achteraf-clubs zoals Minton’s Playhouse jammen muzikanten Charlie Christian, Dizzy Gillespie, Thelonius Monk,…  Hun improvisaties worden hoekiger en sneller en vragen meer inspanning van de luisteraar.  Be Bop wordt geboren in de tijd waarin een recording ban wordt uitgeroepen om het succes van de jukebox te boycotten.


Aflevering 10 : Bebop, van populair naar elitair

Revolutionair kantelpunt in de jazzgeschiedenis is de ‘Bebop’, een term die wellicht verwijst naar woordeloze vocale improvisatie; de zogenaamde scat.  De populaire swing wordt ingeruild voor complexe, niet-dansbare melodieën en snelle solo’s.  Deze muziek vergt veel meer van de luisteraar en het grote publiek haakt dan ook massaal af.
Centraal figuur in deze kunstzinnige jazz-stroming is alt-saxofonist Charlie Parker uit Kansas City.  Zijn geniale solo op ‘Oh Lady be Good’ slaat medemuzikanten met verstomming.  Parker, alias Yardbird, beheerst zijn instrument en de kennis van harmonie als geen ander.  Er wordt zelfs een jazzclub vernoemd naar hem : Birdland.  Als Charlie Parker overlijdt op 34-jarige leeftijd, schat de dokter zijn leeftijd op 60 jaar.  Het overmatig heroïnegebruik van Bird heeft overduidelijk zijn tol geëist.


Aflevering 11: meer Bebop (met een hoek af)

Trompettist Dizzy Gillespie staat samen met Bird aan de wieg van de Bebop.  Ze maken opnames voor independent labels zoals Savoy.  In ’46 gaat Dizzy zijn eigen weg en laat zich muzikaal inspireren door de Cubaanse muziek van onder meer Chano Pozo, meteen het begin van de Latin-Jazz.
Thelonius Monk is met zijn avantgardistische speelstijl de meest herkenbare jazzmuzikant  van allemaal : hele-toons toonladders en veel dissonanten zijn kenmerkend voor zijn eigenzinnige interpretatie van jazz.

Pianist Bud Powell is protegé van Monk.  Maar Powell wordt met zijn ‘comping’ nog meer invloedrijk voor de verdere evolutie van de jazz dan zijn leermeester.  Na een politie-incident waarbij Powell wordt neer gematrakeerd, leidt hij echter aan chronische hoofdpijn en psychoses.


Aflevering 12: Miles is cool

De jonge Miles Davis wordt al snel onder de vleugels van Yardbird genomen.  Toch is lang niet iedereen enthousiast over zijn speelstijl : die is lyrisch, zonder vibrato en bevindt zich meestal in het middenregister.  Daardoor klinkt hij heel anders dan Dizzy. Miles ontmoet Gil Evans en samen met nog meer gelijkgestemde zielen maken ze, beïnvloed door klassieke muziek, in 1949 opnames met een nonet waarin onder meer een hoorn en een tuba klinken. De klankkleur van deze muziek is bijzonder maar kent initieel weinig succes bij het publiek. Dit is het begin van een nieuwe stijl : Cool jazz als reactie op de Bebop.

Het nonet valt al snel uit elkaar bij gebrek aan concerten, waarna bariton saxofonist Gerry Mulligan New York verlaat en naar de westkust trekt.  In Los Angeles richt hij samen met Chet Baker een kwartet op zonder piano.  Het voorgearrangeerde contrapunt van melodie en tegenmelodie wordt dè sound van de vroege jaren ’50.

 

Aflevering 13: Heroïne, taco’s en burrito’s aan de West Coast

Blanke muzikanten bepalen in de jaren ’50 het reilen en zeilen van de cool jazz.

Wanneer bariton saxofonist Gerry Mulligan in ’53 de cel invliegt omwille van drugsbezit, gaat Chet Baker, James Dean van de jazz, solo verder.  Vrouwen vallen in zwijm voor zijn charismatische looks, romantische melodieën en androgyne stemgeluid.  Chets druggebruik resulteert in muzikale hoogtes en laagtes.  Het leidt hem de hele wereld rond, zo ook naar België en Nederland, waar hij onder meer samen speelt met gitaristen René Thomas en Philip Catherine.

Ondertussen wordt aan de Westkust verder geëxperimenteerd met verschillende muzikale parameters.  Dave Brubeck en Paul Desmond doen dat door te componeren in vreemde maatsoorten.


Aflevering 14: Rock ‘n Roll van Elvis Presley versus Hardbop van The Jazz Messengers

In de jaren ’50 doet de Rock ’n roll zijn intrede.  Net als de jazz, vindt deze immens populaire nieuwe muziekstijl zijn oorsprong in de Blues van de Mississippi.

Zwarte jazzmuzikanten zoals Horace Silver en Art Blakey die samen de ‘Jazz Messengers’ vormen, bieden een tegenreactie op de fragiele Cool jazz van blanke muzikanten: de hardbop.  Ook zij grijpen opnieuw naar de roots van de jazz : de blues.  Thema’s worden minder complex dan in de Bebop en doen meteen denken aan muziek uit de Gospel Churches.  Door de herkenningspunten, repetitieve licks en eenvoudige melodieën slaat deze muziek meteen aan bij een jong zwart publiek.

Sonny Rollins verenigt, net als Dizzy Gillespie enkele jaren eerder, Cubaanse muziek met de jazz in nummers zoals ‘St. Thomas’.


Aflevering 15: 1959 – Annus mirabilis van de jazz

In het jaar ’59 worden 3 baanbrekende, totaal verschillende platen opgenomen :

Miles Davis neemt ‘Kind of blue’ op, de best verkochte jazz-plaat allertijden.  Na een eerder muzikaal experiment voor de soundtrack van de film ‘L’ascenceur pour l’échafaud’, gaat Miles verder op het modale pad waar akkoorden-cycli worden vervangen door toonaarden die veel langer worden aangehouden. Hierdoor zit de solist minder in een strak harmonisch keurslijf.

John Coltrane, die eveneens mee soleerde op ‘Kind of Blue’, daagt zichzelf uit op zijn album ‘Giant Steps’, een soort vervolg op de hardbop, maar dan met ontzettend snelle solo’s over bijzonder complexe muzikale progressies.

En Ornette Coleman kiest voor ‘pure’ expressie door harmonische, ritmische en melodische vrijheid op zijn album ‘The shape of jazz to come’.  Hier wordt elke conventie overboord gegooid, wat leidt tot complete desoriëntatie bij de luisteraar.

En daarmee is de jazz aan de vooravond van de sixties totaal versplinterd…


Aflevering 16: Jazz wordt wereldmuziek

Ook na ’59 bestendigt Miles zijn reputatie als vernieuwer.  Hij laat zich inspireren door de volksmuziek uit Spanje en schrijft samen met Gil Evans ‘Sketches of Spain’.  Op dit album staat oa. een interpretatie van het ‘Concerto de Aranjuez’ van Joaquin Rodrigo, waarmee deze compositie voor altijd in ons collectief geheugen wordt gegrift.  Zo ontstaat de ‘third stream’: muziek die tussen klassieke genres en muziek in valt.

De interesse in exotische muziek hangt in de lucht tijdens de jaren ‘50:  Harry Belafonte introduceert muziek uit de Caraïben met de ‘Banana boat song’ en Stan Getz gaat samenwerken met Carlos Jobim en Joao Gilberto.  De kruisbestuiving tussen Braziliaanse samba en jazz resulteert in populaire Bossa Nova.


Aflevering 17: Saint John Coltrane

Het Miles Davis Quintet met tenor saxofonist John Coltrane tourt in 1960 voor het laatst doorheen Europa.  Tijdens het concert in L’Olympia – Parijs, polariseren de solo’s van Coltrane het publiek.  Het wordt pijnlijk duidelijk dat de 2 zwaargewichten niet langer samen op één podium passen.

Daarop gaat Coltrane op eigen benen verder en richt The Classic Quartet op met o.m. Elvin Jones (drums) en McCoy Tyner (piano).  In 1961 neemt de band ‘My Favourite things’ op, dit thema uit de musical ‘The Sound of music’ wordt herleid tot een meditatief mantra waarop Coltrane op bezwerende wijze modaal improviseert op sopraan sax.  Het wordt een enorme hit.
Coltrane gaat verder op dit spiritueel elan met de opnames van ‘A Love Supreme’, een 4-delig werk voor label Impulse!, waarmee hij zijn liefde uit voor het allerhoogste.


Aflevering 18: Piep knor jazz voor de liefhebbers

De allereerste “free jazz” opname waarin werd geïmproviseerd zonder vooraf bepaalde structuur, werd reeds gerealiseerd in 1949 door Lennie Tristano en zijn school van muzikanten.
Deze jazzstroming waarin complete vrijheid geldt en afstand wordt genomen van allerlei muzikale conventies, dankt zijn naam aan een album uit 1960 van Ornette Coleman.

Voor sommige muzikanten, zoals Sun Ra, sluit de improvisatie wars van ritme, tonaliteit en harmonie aan bij een spirituele zoektocht.  Waar anderen dan weer een politiek statement willen maken met hun klank-explosies en live performances.

De muziek is weinig toegankelijk en bijgevolg niet erg populair.  Ook muzikanten als Miles Davis zijn kritisch.


Aflevering 19: Orgelpunt van de jazz-improvisatie

Miles Davis rekruteert voor het eerst talent uit een jonge generatie: drummer Tony Williams, pianist Herbie Hancock en bassist Ron Carter.  Op de opnames van een benefietconcert in The New York Philharmonic Hall, horen we hoe perfect deze bandleden op elkaar zijn ingespeeld, ondanks weinig repetitie vooraf.

Wanneer wat later tenorsaxofonist George Coleman wordt vervangen door Wayne Shorter, afkomstig uit The Jazz Messengers, is ‘The second Great Quintet’ van Miles Davis een feit.

In 1965 moet Miles een heupoperatie ondergaan, waardoor hij voor langere tijd out is.  Zijn bandleden zitten inmiddels niet stil en worden geïnspireerd door de avant-garde.  Ze leggen Miles bij zijn terugkeer het vuur aan de schenen.  Tijdens de concerten in The Plugged Nickel gaat ook Miles impressionistisch improviseren over een vertrouwd repertoire.  De nieuwe stijl wordt Post-Bop genoemd.


Aflevering 20:
Fusion, liefdesbaby van Jazz en Rock

Tegen het einde van de jaren ’60 wordt pop- en rockmuziek volwassen. Festivals als Woodstock boomen, maar jazzclubs lopen leeg. Platenlabel Columbia zet zijn jazzlegendes aan de deur omdat de verkoopcijfers kelderen, maar volgens de nieuwe platenbaas van dit label heeft Miles Davis wel potentieel om te veranderen. Hij mag blijven.

Via zijn nieuwe vrouw Betty Mabry, komt Miles in contact met Jimi Hendrix, Sly Stone etc.  Ook Miles gaat elektrisch versterkte instrumenten en funkritmes integreren in zijn muziek. In 1969 neemt hij de dubbel lp ‘Bitches Brew’ op. Het wordt zijn eerste gouden plaat.

Muzikanten die met Miles hebben meegespeeld, gaan verder op ditzelfde pad.  Gitarist John McLaughlin richt zijn Mahavishnu Orchestra op, pianist Herbie Hancock en zijn Headhunters spelen funky grooves en Weather Report (met oa saxofonist Wayne shorter en bassist Jaco Pastorius) scoort een hit met Birdland.


Aflevering 21: ECM, het mooiste geluid naast stilte

Tussen de avantgardistische free jazz en de elektronische fusion, ontstaat in de jaren ’70 een platenlabel met een heel eigen, heldere sound : ECM (Edition of Contemporary Music), opgericht door Manfred Eicher.  Het is bij dit label dat ‘The Koln Concert’ van Keith Jarrett wordt uitgegeven.  Jarrett speelt er lange solo  improvisaties, die nog weinig refereren naar de pure jazztraditie met swingende ritmes en blue notes.  Zo maakt hij ruimte vrij voor nieuwe klankwerelden en andere inspiratiebronnen.

In het Europees kwartet van Keith Jarrett speelt oa. de Noorse sopraansaxofonist Jan Garbarek.  Zijn glasheldere toon en invloeden uit de Scandinavische volksmuziek worden typerend voor het ECM label.

In 1975 neemt ook Pat Metheny, toen net 21 jaar, samen met Jaco Pastorius een plaat op bij ECM : Bright Size Life.


Aflevering 22: Jazz Renaissance

In de jaren ’80 is jazz een echt lappendeken geworden.  Zowel de avantgardisten als de legendes uit de gouden jaren zijn actief.  Labels als Verve en Pablo spelen in op de swing en bouwen verder op de reputatie van sterren als Count Basie en Ella Fitzgerald.  Het label Concorde biedt eveneens ruimte voor mainstream jazz, waarin overduidelijk wordt gerefereerd naar oude jazz-stijlen.  In het saxofoongeluid van Scott Hamilton horen we echo’s van Lester Young.

Wynton Marsalis groeit op in New Orleans, jazz wordt hem met de paplepel ingegoten door zijn muzikale vader.  Hij maakt snel naam bij The Jazz Messengers, maar is net zo goed klassiek onderlegd.  Wynton grijpt steeds meer terug naar de wortels van de jazz en keert hierbij de vernieuwers de rug toe.  Zijn overtuiging staat haaks op het principe dat jazz zichzelf steeds heruitvindt.

In de slipstream van Wynton Marsalis, wordt het neo-traditionalisme heel populair en duiken nieuwe namen op zoals Harry Connick Jr. die onder meer de muziek vertolkt voor de immens populaire film ‘When Harry met Sally’.


Aflevering 23: John Zorn, meester van mix & match

Terwijl Wynton Marsalis de jazztraditie onder een kaasstolp tracht te conserveren, integreert John Zorn net zoveel mogelijk andere muziekgenres in zijn werk.  Dit resulteert in eclectische muziek waarbij het citeren en combineren van genres op zich wordt gebruikt als improvisatie-methodiek. Hiermee sluiten zijn composities aan bij andere ‘mix en match’ kunstvormen uit het Post-modernisme.

Het oeuvre van altsaxofonist John Zorn is zeer divers.  Zijn Joodse roots inspireren hem voor zijn album ‘Kristallnacht’ en zijn Masada-boeken, waarin hij honderden op Klezmer gebaseerde composities schrijft.

In zijn slipstream vinden we muzikanten als Bill Frisell, die zich evenmin in het hokje ‘jazz’ laten duwen.


Aflevering 24: Acid jazz, Neo-soul en R&B rond de eeuwwissel

In de jaren ’90 gaan zogenaamde Crate diggers aan de slag met oude jazz vinylplaten.  Lekkere grooves worden door hiphoppers gerecycleerd om daaroverheen te rappen.  Het is opnieuw Miles Davis die op zijn allerlaatste plaat ‘Doo-Bop’ als één van de eersten rap en jazz-improvisatie gaat combineren.

Ook Guru volgt dit spoor met zijn project Jazzmatazz, waaraan veel gereputeerde jazzmuzikanten meewerken.  Us3 herwerkt Cantaloupe Island van Herbie Hancock tot Flip Fantasia en scoort daarmee een hit. Matlib gaat op ‘Shades of Blue’ aan de slag met de Blue Note archieven.

The Soulquarians, met onder andere D’Angelo, Questlove, J Dilla en Erykah Badu, herontdekken begin jaren 2000 de legendarische Electric lady opname studio’s van wijlen Jimi Hendrix in New York. Hier vindt de Neo-soul zijn oorsprong.

Robert Glasper werd in 2013 met ‘Black Radio’ onderscheiden met een Grammy award voor beste  R&B album.

Al deze albums zijn voor de huidige generatie van jonge jazz-muzikanten vaak het opstapje naar de ontdekking van het genre jazz.


Aflevering 25: De denkende jazzmuzikant

Waar jazz in de jaren ’20 dansmuziek was, is het nu luistermuziek geworden.  Hedendaagse jazz wordt gekenmerkt door grote virtuositeit, maar ook  door doordachte ernst.  Jazzmuzikanten zijn niet louter goede ambachtslui, ze gaan eveneens op zoek naar het verhaal dat zich achter de noten bevindt.  Pianist Brad Mehldau weet de traditie van ‘The Great American songbook’ naar de toekomst te vertalen en relevant te houden.

Net als een rits van zangeressen, zoals Diana Krall, Norah Jones en – waarom niet? – Amy Winehouse, die jazz op een heel eigen, subtiele manier opnieuw populair maken bij een groot publiek.


Aflevering 26:

De tijd van de grote labels ligt achter ons.  Iedereen met een computer kan muziek opnemen, publiceren en promoten.  Door creatief om te gaan met nieuwe media worden jazzmuzikanten echte entrepreneurs en managers van hun eigen carrière.

Bassiste en zangeres Esperanza Spalding gebruikte in 2017 livestreams op Facebook om de totstandkoming van haar album Exposure te laten beleven vanop de eerste rij.  Multi-instrumentalist Jacob Collier wordt een YouTube hit wanneer hij aan de slag gaat met content die zijn fans hem toesturen.  En ook het collectief Snarky Puppy weet zijn reputatie stevig te vestigen via social media.

Af en toe wordt het pad voor deze getalenteerde jonge muzikanten geëffend door een deus-ex-machina : David Bowie werkte voor zijn laatste album Black Star samen met Donny McCaslin en Mark Guiliana nadat hij was geïnspireerd door Kendrick Lamars plaat To Pimp a Butterfly.  Hieraan werkte oa. ook Kamasi Washington mee, die dat zelfde jaar zijn album The Epic releasede.