Frank Kiermyer | Closer to the sun

Jazzahead. Van 25 tot 28 april vindt dit evenement voor de veertiende keer plaats in het Noord-Duitse Bremen. Ieder jaar lopen er duizenden artiesten, managers, programmeurs en journalisten in de Bremense Messe rond om met elkaar het hedendaagse jazzmuzieklandschap te verkennen. De conferentie en de showcases worden jaar op jaar beter bezocht. Vorig jaar ontmoette de verslaggever van Jazzradar niemand minder dan slagwerker Franklin Kiermyer in de koffiehoek.

Kiermyer timmert al jaren aan de weg. Hij heeft vanuit Canada zijn weg gevonden naar Europa en woont tegenwoordig in Noorwegen met zijn vrouw en twee kinderen. We nemen elk plaats op een onbehaaglijke bank. Tussen ons in staat een keukentafeltje waar een laptop op wordt geplaatst. Kiermyer biedt zich aan voor een ‘pitch’, maar dit heeft deze legendarische muzikant eigenlijk niet nodig.

Kiermyer vertelt over zijn meest recente album, Closer to the Sun.

 “Ik ben hier al geruime tijd mee bezig. Tussendoor heb ik vele jaren van meditatie in de Himalaya doorgebracht, met een van de grote Tibetaanse lama’s. Voordat ik zover was voegde Pharoah Sanders zich bij mijn band. Het album Solomon’s Daughter, dat binnenkort in een heruitgave gaat verschijnen is vijfentwintig jaar geleden gemaakt en het werd bij verschijnen al snel erg populair, het werd uitstekend beoordeeld door Rolling Stone en er ontstonden voor mij en mijn band veel mogelijkheden. Ik  kon me door dit album als bandleider profileren op de belangrijkste podia.

Na twee jaar had ik het wel gezien, want het enige waar ik echt om gaf, was de muziek. Ik was jong en naïef. Het ging niet om mij. De reden dat mijn muziek op dat moment zo populair werd, was dat Sanders zich in de media had laten ontvallen dat hij sinds hij met Trane had gespeeld, nog niet in zo’n goede band had gespeeld. In die periode was Sanders nog steeds aan de top.

Het album met Pharoah kwam terecht in de top tien van tijdschrift Wire en ik hoopte tegen beter in  dat ik nog zou kunnen groeien met deze ​​band. Maar mijn muzikale streven was met deze jongens lastig te verwezenlijken.
Daarom ben ik het jaar daarop een nieuwe band begonnen waarmee ik momenteel nog steeds aan het toeren ben.

Ik speel niet langer onder de naam Franklin Kiermyer, maar als lid van een band. Het is het beste wat ik ooit heb gedaan. We zijn inmiddels een paar jaar bij elkaar en we hebben ons goed ontwikkeld en we hebben veel opgenomen.

We zijn net weer aan een tournee begonnen. We zijn ook aanwezig op rockfestivals om jonge mensen te bereiken, om hen de energie van onze psychedelische muziek te laten ervaren. Luister maar, dan begrijp je wat ik bedoel.

(Kiermyer laat muziek van zijn laatste album horen op zijn laptop).

Wow, dat is fantastisch. Je hebt geen showcase nodig bij Jazzahead denk ik.

Ik zou het graag willen! Dit is het echte werk.
Maar ik wil ook op rockfestivals spelen. Ik zou graag in het voorprogramma willen staan van grote jongens zoals Santana, zoals voorheen in de jaren 60.
Ik ben dol op jazzconcerten, maar ik wil ook verbinding maken! Om die verbinding te bereiken heb ik gepraat met een aantal van mijn vrienden uit de rockwereld., waaronder producer Daniel Lanois. Hij vindt het geweldig dat ik in jazzclubs en op festivals speel.
Mijn kwartet is een psychedelische band en de muziek is puur. Je kunt de vibes voelen. Waarom zou ik deze muziek niet voor jonge mensen kunnen spelen? Kom op, jazz is cool!
Dat is de echte connectie.Ik wil contact maken met journalisten. Uitsluitend met mensen die van de muziek houden.

Ik heb al een leven achter de rug. Ik probeer niet iedereen te overtuigen. Ik wil gewoon geven. Ik wil het gewoon doen. Je hoeft niet van me te houden. Ik wil liefhebben. Dat is bevrijdend! Dus ik wil contact maken met mensen die het leuk vinden. Ik ben geen Wynton Marsalis. Ik heb niets met  marketing, zoals Kamasi Washington. Pharoah is het echte werk.Neem Lawrence, mijn saxofonist. Het is zijn spel dat je raakt. Dat gevoel is waar ik naar op zoek ben.

Ik groeide op in de jaren zestig. Het was een periode waarin mensen echt het idee hadden dat de dingen zouden veranderen. Dat kon je horen in de muziek. Jimi Hendrix en John Coltrane. Het was een geweldige tijd man! Ik verwacht dat we nu weer die kant op gaan.
De revolutie is begonnen. Kijk eens naar de wereld. Trump is ons Vietnam. Hij is een dodelijke ramp van onwetendheid. Juist nu hebben we de muziek en de passie nodig!

Hoe heb je zo’n ommezwaai kunnen maken na je plaat met Pharoah?

Ik werd echt ontevreden over de muziekindustrie na deze plaat.
Ik was altijd al geïnspireerd door het Tibetaanse boeddhisme, maar in deze periode raakte ik nog meer aangetrokken. Ik mediteerde meer en ik had een bijzondere leraar. Mijn ervaringen met hem waren intens. Hij was lama, yogi en geleerde ineen. Hij heeft vele geweldige Tibetaanse vertalers opgeleid. Ik zag hem als mijn leraar en hij herkende me als zijn student en ik vroeg hem wat ik moest doen. Hij zei: “Stop met drummen, je moet gaan mediteren op allerlei plaatsen, verspreid over de wereld, van de hoge Himalaya’s, Nepal, van India tot Hawaï en Thailand.”

Ik volgde zijn instructies op en reisde naar plaatsen waar ik nog nooit van had gehoord en zo heb ik mensen ontmoet die ik niet eerder had ontmoet.

Hoe hield je jezelf in leven?

Een paar vrienden gaven me geld om naar de reiskosten te financieren. Een tante en een oom in New York die ik nauwelijks kende lieten me een erfenis van 10.000 dollar na. In India kun je daar twee jaar van leven. Daar heb ik enorm veel geleerd. Zo heeft mijn mijn leraar me aanbevolen om naar een naar een plaats te gaan  waar de lichamen van overledenen worden verbrand.
Ik reisde naar deze plek en speelde op de trom een mantra en stelde me voor dat ik mijn lichaam aan stukken sneed om het vervolgens aan alle hongerige dieren te geven… en het allemaal te laten gaan. Een zeer beroemde Tibetaans Boeddhistische oefening genaamd Chöd!
En op de dag dat ik dit ritueel zou voltrokken, riep mijn leraar me bij zich (Franklin onderbreekt zichzelf: Ik praat graag over meer dan alleen over jazz, Robin) en hij vertelde me over een elfde-eeuwse heilige, Millar Rappa en leerde me vervolgens zijn lijflied.
Hij bracht me naar zijn huis en zei: “vergeet de praktijk van deze oude Lama. Verzin je eigen melodie!”
Hij zong een lied: “Neem dit grote lichaam van de vijf zintuigen en verbrand het!”

(Kiermyer pinkt een traan weg)

“Het spijt me, ik word echt emotioneel…., maar ik zag de tekst voor me: Verspreid de atomen die overblijven in de ruimte van de Dharmadatu.

Toen mijn pianist Davis Whitfield zei: “We moeten de band een naam geven!” verbonden we de band met een belangrijk onderdeel van mijn leven.
De naam van de band werd Scatter the Atoms that Remain, in verwijzing naar een van mijn mooiste ervaringen.

Tekst: Robin Arends